Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij zal niet eten van iets, dat van den wijnstok des wijns [16]voortkomt; en wijn en sterken drank zal zij niet drinken, noch iets onreins eten; al wat Ik haar geboden heb, zal zij onderhouden. 16. Wat eetbaar is, als: druiven, rozijnen, enz. Zie Num.6:3,4.